Eikevliet


Sedert kort weten we meer over het Bremser-Van Peteghem orgel in Eikevliet.

Tot hier toe wisten we dat er In 1815 voor de eerste keer een orgel geplaatst zou zijn door de Antwerpse orgelbouwer J.- J. Delahaye. 

Dat dat het eerste orgel van de kerk zou zijn, wordt tegengesproken in het boek "Binnenkijken in de kerken van Klein-Brabant".

Het Delahaye-orgel zou er zijn gekomen omdat de kerk in 1815 geen orgel meer bezat.

Het aankoopbedrag van 500 gulden, werd voorgeschoten door koster Angelus-Norbertus-Joannes Selleslagh en diens echtgenote Sophia Webbegers. Het werd bespeeld met de kermis.

Pas op 17 augustus 1831, betaalde de kerkfabriek het aankoopbedrag terug aan de koster.

Er staat in het boek niet vermeld dat het om een nieuw orgel zou gaan. Evenmin weten we wat er met het orgel zou zijn gebeurd, nadat het in Eikevliet werd vervangen door het huidige.

[[Zonder veel fabels te willen verzinnen ... In Oppuurs staat ook een orgel dat door J.J. Delahaye werd gebouwd. De Oppuurse kerk dateert uit 1803. De toren werd echter pas voltooid in 1825, door gebrek aan financiële middelen. Misschien is er 25 jaar later opnieuw geld voor een orgel. Uit Eikevliet? Misschien kan verder onderzoek hierover ooit duidelijkheid brengen.]]

 

In 1849 werd “een ander orgel” geplaatst door Pierre Van Peteghem.

Over de oorsprong en afkomst van dit “ander orgel” was weinig bekend, enkel dat de oorspronkelijke bouwer waarschijnlijk Jan Bremser was.

Op de achterwand binnenin het orgel achter het wellenbord, moeilijk zichtbaar, werd recent het jaartal 1779, met vermelding “Predikherenkerk Bornem” ontdekt.

Hiermee is de herkomst van het huidige “ander orgel” bevestigd.

De Engelse predikheren (Dominicanen) waren eigenaar van de huidige kloostergebouwen in de Kloosterstraat te Bornem.

Het in oorsprong 17de eeuwse orgel, gebouwd door Bremser, stamt van de voormalige kerk van dit Engelse klooster en werd in 1779 wellicht daar verbouwd, vandaar “Predikheren Bornem, 1779” op de achterwand.

Deze kerk werd circa 1840 afgebroken en vervangen door de huidige kloosterkerk (ingewijd september 1842).

Het orgel zal dan in 1849 verkocht zijn aan de kerk van Eikevliet, ter vervanging van het oude Delahaye-orgel, en geplaatst door Pierre Van Peteghem, zoals beschreven staat.

Daarna (rond 1900 ?) werd het orgel, door een onbekende bouwer, ingrijpend verbouwd: De klavieren die oorspronkelijk aan de achterwand zaten (waarvan de oorspronkelijk gaten van het klavier en registers nog zichtbaar zijn in de achterwand) worden naar voorkant geplaatst. De gehele kast wordt hierdoor naar achter geschoven en gescheiden van het front in de balustrade van het oksaal. Maar het oorspronkelijk pijpwerk van het Hoofdwerk is zo goed als bewaard gebleven ! Mooi detail is het oude papier met Franse tekst in de kleppenkast.

 

De laatst residerende pastoor van Eikevliet had het orgel weer in orde laten brengen, naar eigen zeggen, op zijn kosten.

De firma Aerts&Castrel was daarvoor ingeschakeld. Volgens de pastoor liet hij toen, in het onderwerk dat zich in de kasvoet bevindt, 1 of 2 achtvoetsstrijkers (o.a. Salicional 8') vervangen door o.a. een Flûte Douce 4'.

 


Huidige toestand


Het orgel is niet meer bespeelbaar. Bij het inschakelen van de motor, hoor je duidelijk lekken en gefluit dat op doorspraak zou kunnen wijzen.

Er is opnieuw interesse in het orgel gewekt. Hopelijk krijgt het een lang-verwachte restauratie.

 


Foto's



Media


Maak jouw eigen website met JouwWeb