Wintam


Wintam was in oorsprong een gehucht van Nattenhaesdonck en had geen eigen kerk. De kerk van Nattenhaesdonck stond op de huidige Pastoor Huveneersheuvel.

Toen dat dorp werd weggespoeld in 1825, werd beslist het niet meer her op te bouwen op de oorspronkelijke plaats, maar het te "verhuizen" naar Wintam.

In 1828 werd de eerste steen gelegd.

 

In de geschiedenisboeken vinden we terug:

"De kerk van Bornem bestelt in 1657 een nieuw orgel bij Jan Bremser te Mechelen. Het oude orgel gaat naar de kerk van Nattenhaasdonk. Franciscus Step, kerkmeester, ontvangt 3 gulden “over het haelen met syne peerden ende waegen d’orgle inde kercke ende voorgaende wegh te voeren tot Windam”. 

De Bornemse kerkrekening vermeldt het wegvoeren van het orgel naar Wintam maar het werd zeker naar de kerk van Nattenhaasdonk gevoerd, daar de Winthamse kerk (ingewijd 1829) in 1657 nog niet gebouwd was."

 

Al van bij de bouw van de kerk (1828-1829) was er een doksaal voorzien. Daar stond een klein orgeltje met 2 blaasbalgen en 5 banken voor de zangers. [Het orgel uit de kerk van Nattenhaesdonck?]

In 1868 koopt de kerk de "aankleding" aan van doksaal van de kerk van Asse. Alleen was de middenbeuk van Wintam breder dan die van Asse. Daarom waren er links en rechts 2 grove panelen aangebracht, die de balustrade uit Asse vervolledigden.

In 1887 laat men de Antwerpse beeldhouwer Verwimp 2 nieuwe panelen snijden in eikenhout, die volledig in dezelfde stijl zijn als de panelen uit Asse. Sedert dan is het uitzicht van het doksaal ongewijzigd gebleven.

 

Op dat doksaal hebben al meerdere orgels gestaan.

Toen in 1829 het kleine orgel werd geïnstalleerd, zal dat niet het orgel zijn geweest dat de pastoor van Nattenhaasdonk in 1734 gekocht had van Frans Van Laeken, koster en organist van Hingene. Het zal eerder het orgel zijn geweest dat koster Joannes Van der Kinderen in 1813 kocht bij orgelbouwer Peeter (Pierre?) De Volder.

Een goede 20 jaar later liet de kerkfabriek zijn oog vallen op een orgel van de firma Loret-Vermeersch uit Sint-Niklaas. Dit dure orgel werd geplaatst, mede door bijdragen van begoede parochianen. Tegen 1839 was het afbetaald. Het werd in 1880 hersteld door de Antwerpse orgelmaker Hendrik Geurts.

Het orgel kreeg in 1927 een elektrische motor.

Tijdens WOII ontstond schade aan het dak, waardoor het orgel erg werd beschadigd door insijpelend regenwater.

In het kader van herstel van oorlogsschade, maakte de Leuvense orgelmaker Hubert Van der Loo een schatting tot herstel.

Waarschijnlijk is toen overeengekomen om het orgel te herbouwen.

Er komt een nieuwe speeltafel, windvoorziening en zwelkast. Het project wordt gerealiseerd in 1954.

Tussen 1966 en 1970 volgen nog aanpassingen door August Van der Loo in opdracht van de toenmalige pastoor.


Huidige toestand


Het orgel is nog bespeelbaar: zie media.

In de kerk wordt geen liturgie meer gevierd.


Foto's



Media


Maak jouw eigen website met JouwWeb