Oppuurs

Toen ik, jaren geleden, vroeg aan de pastoor of ik het orgel eens kon gaan bekijken en bespelen, was zijn antwoord: "Neen. Dit orgel heeft geen enkele historische of culturele waarde. En op een dag kap ik het in stoofhout."

Nochtans zou het orgel zijn gebouwd door J.J. Delhaye.

Het staat er heel ongelukkig bij. Het zou in de jaren 1960 (bij de vergroting van de kerk?) een kwartslag zijn gedraaid, waardoor het torenvenster met glasraam beter zichtbaar zou worden. Het was eerder al uitgebreid met een zelfstandig pedaal dat tegen de torenmuur, in een open opstelling, werd geplaatst. Het pedaal werd pneumatisch aangesloten. 

Het eenmanualige orgel heeft een sleeplade. In de loop van zijn bestaan werd de kas overvol gepropt met romantische strijkers. Het veel te grote pijpwerk was onvoldoende gesteund, vaak dubbelgeplooid. Daardoor was de orgelkas opengeduwd en kreeg verder verval vrij spel.

Een pijnlijke anekdote. Toen het orgel al buiten gebruik was en vervangen door een eerste elektronium, waren er schilderwerken in de kerk. Ik had eerder al voorgesteld aan de pastoor om de omgeplooide pijpen en de grote pijpen die dreigden te vallen van de windlade te nemen.  De veiligste plaats die ik er voor kon vinden, was boven op de blaasbalg.

De schilder diende ervoor te zorgen dat - tegen het weekend - de kerk proper moest zijn en ter beschikking van de eredienst.

De brave man had niet beter gevonden dan zijn ladders op te vouwen en op te bergen ... op de blaasbalg ... waarop de pijpen in veiligheid waren gesteld.

Huidige toestand

Het orgel is totaal niet meer bespeelbaar.

Het werd van de elektriciteit afgekoppeld.

Wanneer je de kast opent, zie je een grote verwoesting.

Foto's

Media